IBT Snack-17: 5 lessen van de IBT/PA Inspiratie lezing

Voordat ik de 5 lessen van de IBT-PA inspiratie lezing met je deel iets wat net zo belangrijk is. Namelijk hoe deze lezing tot stand kwam. Ongelooflijk bevoorrecht om met allemaal inspirerende vakgenoten te hebben kunnen sparren in de voorbereiding. Dr. Wendy Dorrestijn die geduldig mijn blogs en apps over haar proefschrift beantwoorde.

Onno Pouw die met zijn 40 jaar BSB ervaring een onmogelijke video wilde inspreken over psychologische veiligheid en basisbehoeften.

Pascal Martens en Gertjan van Dokkum die vraag naar vraag van mij kregen over hun geweldig krachtige methodische fasering en drie bollen.

Jaap S. Timmer die ik zelfs op zijn vakantie lastig viel met de vraag: Jaap, is er nog nieuws?

Wetenschappers uit Nederland en de VS (Lenneke van Lith, Lisa van Reemst Robin Engel, Ph.D. enz) die lange mails met vragen van mij kregen alsof ze niks beters te doen hebben.

An Gaiser die haar unieke kijk op communicatie en beïnvloeding in een video wilde inspreken voor de IBT docenten.

Yael Tersluijsen die voordat hij het wist betrokken was bij mijn project.

En dan mijn dochter Muriel die het aan durfde een bericht in te spreken voor de aanwezigen over haar ervaring met IBT!

En tot slot de vele aanwezigen met hun positieve energie en de mooie gesprekken!

Les 1 Gedrag is niet voldoende

Ik hoop dat duidelijk is geworden dat reflectie na een oefening niet alleen over gedrag moet gaan. Aan gedrag zie je namelijk niet wat de leerling (agent in opleiding) heeft waargenomen. Niet wat zijn interpretatie (denk frame) was. Niet welke beslisopties er door zijn hoofd gingen. Je ziet alleen maar de actie. Alleen maar de laatste letter van de OODA cyclus.

Als je studenten beter wil maken wil je weten wat ze waarnemen en hoe ze dat framen. Met andere woorden: wat is hun situational awareness? Pas als je dat weet kun je effectieve training interventies inzetten.

Hierbij kun je een oud model uit de kast halen en gebruiken: OODA (Observeren, Orienteren, Decide, Actie)

Als voorbeeld de OODA reflectie

Wat zag je?

De O van observeren. Wat zag je? Wat hoorde je? Kortom, wat nam je waar?

Wat dacht je? Of ‘hoe interpreteerde je dit?

De O van Orienteren oftewel hoe interpreteerde je dit op basis van je ervaring?

Wat wilde je?

De D van Decision (beslissen). Welke opties waren er?

Wat deed je?

De A van Actie. Oftewel je gedrag.

Bonus: meer dan beslismomenten!

Super om naar beslismomenten te vragen. Maar als je alleen maar vraagt naar het beslismoment in bol 3 laat je ook veel liggen. Beslissen komt voort uit waarnemen en interpreteren, de eerste twee O’s van OODA. Om de beslissingen te snappen wil je dit ook weten. Komt nog bij dat agenten in het echt hun handelen ook zorgvuldig moeten kunnen ‘opschrijven’.

Les 2 Tip en top en verder?

Wat ging goed? Wat niet? Wat ge je de volgende keer doen? Kan best een keertje natuurlijk als je snel door wilt met oefenen. Maar pas ook op want de reflectie is erg oppervlakkig.

Je komt er ten eerste wederom niet achter hoe zijn SA was, hoe zijn denkframe was enz. Maar ook leert de student niet verder kijken naar zichzelf. Wat dacht hij, wat voelde hij, wat wilde hij? En wat zegt zijn handelen over hem en zijn overtuigingen, triggers enzovoort? Ik zeg niet dat je dat na elke simulatie moet doen maar er moet zeker aandacht aan besteedt worden. Gebruik hierbij bijvoorbeeld de reflectie cyclus van Korthagen:

Bonus:de meester spreekt!

Dit is wat een van de grondlegger van leren door reflecteren er zelf over zegt. Fred Korthagen, emeritus-hoogleraar onderwijskunde aan de Universiteit Utrecht, ontwikkelde verschillende modellen die professionals helpen bij hun reflectieproces.

Hij mailt mij het volgende:ervaring opdoen is niet hetzelfde als beter worden…en alleen een tip en top (gedrag gericht) leidt tot gedragsgerichte veranderingen zonder dieper doorzicht in onderliggende processen/verschijnselen, waardoor de transferwaarde van het leerproces gering is. Gedragsgericht leren blijkt op de lange termijn weinig bij te dragen aan diepgaande professionele ontwikkeling. Daarvoor is betekenisgerichte reflectie (met daarin stap 3) nodig.

Les 3 Van Controle naar Vertrouwen: high challenge en high support

Hoe veel moeten we studenten in opleiding controleren en er dicht bovenop zitten? Onno Pouw van de BSB gaf mooi aan dat als je zelfstandige operators wilt dat je ze dan ook die autonomie moet toevertrouwen. Ook in de IBT les zijn daar veel momenten voor. Als je ze bijvoorbeeld leert om goed met elkaar te reflecteren dan hoef je niet overal bij te zijn. Na een simulatie kun je ze wegzetten met een mooie reflectie/debrief opdracht.

Let op: reflecteren en debriefen zijn vaardigheden. Die moeten studenten leren. Doe een keer voor. Laat ook de valkuilen zien. Maak mooie A3 vellen op de wanden als houvast van goede reflectie vragen.

Daag ze uit en geef ze vertrouwen.

Bonus tip van mijn dochter Muriel, nu in opleiding bij de KMAR:

Les 4 Train voorbij de split second

Enkele belangrijke lessen van het onderzoek van Wendy zijn:

(1) Besteedt in de training zoveel mogelijk aandacht aan de voorfase. Dus plan van aanpak, informatie inwinnen en in de training eventueel nog een korte visualisatie voorafgaand optreden.

(2). Geef representatieve problemen en oplossingen. Ze hoeven niet helemaal realistisch te zijn maar wel de essentiële kenmerken van politie werk te bevatten. Dus minimaal informatie om waar te nemen en op te handelen en de mogelijkheid om daarop te reageren.

Maar hoe doe je dit concreet?

Een model en visie die hierbij werkt is de ecologisch dynamische theorie en hun constraint led benadering (zie eerdere posts).

Gedrag komt altijd voort uit een combinatie van waarnemen en actie die vervolgens weer tot waarnemen leidt. Geen perfecte oplossingen maar steeds beetje aanpassen.

Gedrag wordt beïnvloedt door de taak, de omgeving en de persoon. Vervolgens kun je aan de drie knoppen draaien om steeds weer de deelnemer te laten reageren op de veranderende taak of omgeving.

Mooie quotes als het gaat om simulatie training volgens deze methode: “Clean training builds confidence. Dirty training builds competence.” En:“Skill is the ability to adaptively achieve the same outcome, not to repeat the same solution.“.

Dit is dus vooral bol 3 en soms bol 2 werk (rollenspel). Steeds de taak een beetje veranderen. En de oplossing niet voorzeggen maar laat ze zelf nadenken. Of het zo wegzetten dat vrijwel zeker de gewenste oplossing en uitvoering naar boven komt.

VB: slicing the pie hoef je niet te vertellen. Je kunt ze ook laten ervaren wat er gebeurt als je dit niet doet. Niet als straf maar als coaching moment.

PS: wist je dat er voldoende onderzoek is waaruit blijkt dat je ook door gelijk contextrijk te gaan trainen ook je basisvaardigheden verbeteren. De hoef je dus niet perse vooraf te doen.

3. Besteed aandacht aan de na-fase met de debrief en reflectie. Zie mijn eerdere punt.

Les 5. De-escaleren is meer dan communiceren

We hebben het meest actuele onderzoek besproken. Enerzijds is er niks tot weinig bekend over de effectiviteit van de-escalatie training. In dat opzicht ‘doen we maar wat’. Anderzijds zijn er wel bevindingen waar we wat mee kunnen:

  • Baseer je training op de succesvolle literatuur die er wel is. Bijvoorbeeld ICAT of PATROL. Dat is beter dan zelf een wiel uitvinden.
  • Neem vanaf de voorkant al een onderzoeker mee die de training test op effectiviteit.
  • Train integraal: dus de hard en soft skills tegelijk in een situatie. Coms, tactiek, fysiek geïntegreerd.
  • Maak agenten bewust van de triggers van escalatie (bijvoorbeeld demenaor en ultimatum uit proefschrift Hans Sunde) en de rol van leefstijl en zelfcontrole.

Bonus tip van An Geiser (ex AIVD en auteur van het boek ‘Verborgen Signalen’.