Contemplatie: “Come to Me with Your Defenses Down”.

Vanochtend na mijn contemplatie en meditatie las ik de zin “Come to Me with Your Defenses Down”. Het raakte me op meerdere niveau’s. Ik vindt het moeilijk mijn dekking te laten zakken. Geleerd om alert te zijn en de figuurlijke klap op te vangen. Maar altijd je dekking hoog houden is ook erg vermoeiend. Ook voor de mensen van wie je houdt trouwens.

Om je verdediging neer te leggen — fysiek, mentaal, emotioneel — vraagt niet om zwakte, maar om moed.

En het is een verademing als het een keer echt lukt.

Van der Kolk leert ons dat heling pas begint wanneer we veiligheid ervaren — niet alleen mentaal, maar lichamelijk.

Zolang we gespannen, alert of bevroren zijn, kan er geen echte overgave plaatsvinden. Pas als het lichaam zich veilig voelt, kan de ziel open.

Nog een aanwijzing.
In karate betekent kara te letterlijk: de lege of open hand. Als je je vuisten balt kun je geen vrede sluiten.
Ook niet met jezelf.

Het verwijst niet alleen naar ongewapend vechten, maar naar een innerlijke houding.

Heerlijk om mijn dekking te laten zakken. En als het moet ze even weer omhoog te doen.

Het herinnert mij eraan dat je niets hoeft te bewijzen, te verdedigen of te verbergen.

De uitnodiging is om je verdedigingsmechanismen los te laten — niet alleen tegenover God, maar ook tegenover anderen.

Om maskers langzaam af te doen (“Sunday clothes and Sunday smiles”) — die we soms zelfs opzetten op plaatsen waar juist echtheid en verbinding verwacht worden.